Bouillon

Ramonette

Naast het beroemde kasteel heeft Bouillon nog een andere versterking, de Ramonette, gelegen op de Colline de Beaumont. Beide sites liggen in dezelfde meander van de Semois. Het fort staat op de rand van een klif en kijkt uit over het versterkte kasteel en de stad. Hoewel het ongebruikelijk is in de regio, is het een klassiek type vestingwerk dat bekend staat als een motte. Een kunstmatige heuvel van aarde met een diameter van 9 meter is omgeven door greppels die in de rots zijn uitgehakt en wordt beschermd door een ringvormige wal met een diameter van ongeveer veertig meter. Bovenop de structuur stond een zeshoekige toren met een stenen basis en houten verdiepingen. De binnenkant van de toren was niet meer dan 5 m breed. De oorsprong van deze motte kan niet worden verklaard op basis van archeologische gegevens, maar verschillende archiefdocumenten wijzen op het bestaan ervan. Al in 1044 werd Gozelon, hertog van Lotharingen, in verband gebracht met de motte en in 1055 verscheen Héribrand als heer van Bouillon. In 1077-1078 wordt in een tekst melding gemaakt van een aanval op het kasteel. In 1096 verkocht de beroemde Godefroid zijn landgoed van Bouillon aan Otbert, bisschop van Luik, om op kruistocht te gaan. Na zijn dood in 1100 werd de prins-bisschop van Luik meester van het domein.

In de herfst van 1141 belegerde Albéron, bisschop van Luik, Renaud, graaf van Bar, die het kasteel sinds 1134 illegaal bezet hield. Op 17 september viel de Luikse infanterie de "Colline de Beaumont" binnen: "takken uit nabijgelegen boorgaten werden opgestapeld aan de voet van de houten toren en de Luikenaars probeerden hem in brand te steken. Maar de wind stak op en de vlammen en rook verjoegen de aanvallers en slaagden er niet in de toren te verteren. De strijd duurde tot de avond en de belegerden verdedigden zich hevig en gooiden projectielen, stenen en pijlen in overvloed; er werd terugtrekking bevolen...". Maar aangezien de verdedigers zich op 22 september overgaven, lijkt het erop dat de Luikse troepen erin slaagden de toren te vernietigen. Brandsporen die tijdens opgravingen werden gevonden, getuigen van deze gebeurtenis. Er zijn talrijke fragmenten van aardewerk uit Andenne (1075-1155) gevonden, waarvan er een een kruis uit Jeruzalem bevat dat met een droge naald is gegraveerd.

Tekst samengevat door I. Tellier. Dossier nr. 92.28. Foto's: A. Matthys en P. Gillet. Meer informatie: Matthys A., 1991. De vestingwerken van de 11e eeuw tussen Lesse en Semois. In: Bonus H.W., ed, Burgen der Salierzeit, I, Sigmaringen, Jan Thorbecke Verlag, (Römisch-Germanisches Zentralmuseum, Forschungsinstitut für Vor- und Frühge-schichte, Monographies, 25), p. 225-280.


Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)



,
6830 Bouillon 49.79546 5.06998 11